29 November 2022 Calamity Islands

Deze herfst is het boek Calamity Islands van Oleg Klimov uitgekomen. Dit fotoboek is een weerslag van zijn werk op Sachalin, een eiland dat ooit door de VOC is ‘ontdekt’ en daarna door Rusland onder meer als strafkolonie is geëxploiteerd maar nooit tot wasdom zou komen. Omdat hij geen uitgever kon vinden, publiceerde Klimov het fotoboek in eigen beheer. Klimov, die tegenwoordig in de exclave Kaliningrad woont, liet het drukken bij KOPA in Litouwen. Een deel van de oplage wilde hij zelf ophalen en naar Rusland vervoeren. Dat lukte niet. De Russische autoriteiten lieten hem niet door met zijn eigen boeken. Een vergeefse tocht langs grensposten noopte Klimov uiteindelijk om naar Amsterdam te rijden.

In de kofferbak van mijn Citroën Picasso liggen 240 fotoboeken over Sachalin en de Koerilen. Ik heb daar twee gelukkige jaren doorgebracht met alleen een Leica en een notitieboekje. En heb daar vervolgens zelf in eigen beheer een boek van gemaakt: Calamity Islands. Het boek is gedrukt bij artprinting KOPA in Kaunas (Litouwen). Toen het bindwerk klaar was, stuurde KOPA 250 boeken naar Amsterdam en 350 boeken naar Berlijn. De drukkerij weigerde echter de rest van de oplage naar Rusland te verzenden. Daarom besloot ik de laatste 240 boeken zelf per auto naar mijn vaderland te rijden. Is dat niet patriottisch?

Kubartai – Rusland

De Litouwse douanebeambte vraagt om de kofferbak van Citroën Picasso te openen.
‘Wat zit er in de dozen?’
‘Boeken. Mijn boeken worden uitgegeven in Kaunas.
‘Boeken?’. De douanier klinkt verrast. ‘Bent u de auteur? Gefeliciteerd! Tien jaar bij de douane en nog nooit zoveel boeken privé vervoerd gezien! Doorrijden!’

Even verderop bij de Russische grenscontrole is mijn Picasso met boeken de enige auto in de rij bij de paspoortcontrole. Ik word aanvankelijk doorgelaten. Maar dan komt er een dikke douanebeambte naar buiten. Hij veegt zijn mond af aan de mouw van zijn uniform. Hij is weggeroepen bij de lunch, denk ik, dat is slecht voor mij.
‘En wat nemen we mee?’
‘Boeken.’
‘Wat voor boeken? Open de dozen!’

Ik pak een mes, snijd een doos open en laat een boek zien. De douanier bekijkt het omslag, daarna de open doos en de dichte dozen. Te oordelen naar de uitdrukking op zijn gezicht is bij verbaasd. Hij zegt iets door zijn portofoon, waarschijnlijk een soort code. Al snel staan er zes mensen rond de Picasso, waaronder ‘mensen in burgerkleding’ [geheim agenten van de FSB – red]. Om beurten stellen ze vragen. Het is geen kruisverhoor, maar het lijkt er wel op. Uiteindelijk moet ik een boek uit het folie halen en de inhoud laten zien, waarna ze zich terugtrekken in hun schuilplaats en lang nadenken. De douanebeambte komt tenslotte alleen terug.
‘Waarom hebben we in Rusland een boek in het Engels nodig?’
‘In Rusland lezen ze toch ook Engels.’
De officier glimlacht.
‘Je hebt twee opties. De eerste. We houden uw lading vast bij de douane. U zelf kunt wel Rusland in. En vraag dan de rechtbank maar om een oordeel. Op dat gerechtelijk bevel zullen we de boeken al dan niet aan u teruggeven. De tweede variant. U tekent een verklaring dat u iets bent vergeten in Litouwen en daarom terugkeert. Samen met boeken. We zullen dan uw toelatingsstempel voor Rusland in uw paspoort annuleren. Welke optie kiest u?’
‘Heb ik een keuze? Ik ga terug naar Litouwen: met de boeken.’

Eenmaal omgekeerd staat in de rij terug voor de Litouwse grens voor me een auto met een Russisch nummerbord. Een 55-jarige automobilist probeert de Litouwse grenswachten woedend iets duidelijk te maken tonen. Ze antwoorden op alles alleen maar ‘nee’.
‘Ik heb een humanitair visum C. U heeft niet het recht om mij niet over de grens te laten’. De chauffeur is verontwaardigd. ‘Ik heb een visum gekregen van de Letse ambassade omdat mijn moeder, 96 jaar oud, in Riga in ernstige toestand verkeert.’
‘U kunt met het vliegtuig naar Rusland vliegen en van daaruit direct naar Letland doorvliegen. We mogen u Litouwen niet binnenlaten’, zegt de vrouwelijke grenswachter een en andermaal, in het Russisch met een Litouws accent.
Als de Litouwse beambten zich hebben teruggetrokken, richt de chauffeur zich tot mij en vloekt: ‘Als wij hier met tanks binnentrekken, dan zullen het begrijpen!’

Mijn sympathie voor de man en zijn moeder verdwijnt ineens snel. Ik stap in mijn auto en rijdt door naar de Litouwse douane. Niemand fouilleert me. De grenswacht, een paar uur geleden mijn auto controleerde, zegt simpelweg: ‘Ik wist zeker dat u Rusland niet zou worden binnengelaten’.

Kamenny Log – Belarus

Waar moet ik nu heen met de boeken? Natuurlijk, ik heb in Litouwen kennissen en vrienden. Maar ik kan ze niet met 240 boeken opzadelen. Onduidelijk is namelijk wanneer ik ze weer kan ophalen, aangezien mijn visum voor Litouwen binnenkort verloopt. Terugkeren naar de drukkerij is ook vreemd. Daar liggen de laatste 160 boeken die ik later ook naar Rusland wil overbrengen. Een jaar geleden had ik het probleem dat ik niet wist waar ik het boek zou laten drukken. Nu is mijn probleem dat ik niet weet waar ik ze kan opslaan.

Een vriend, onervaren in het overschrijden van staatsgrenzen, adviseert telefonisch: ‘Probeer Groot-Rusland via Belarus te bereiken. In de exclave Kaliningrad verwijst Groot Rusland naar Rusland. Net zoals op Sachalin en de Koerilen wordt Rusland in Kaliningrad het ‘vasteland’ genoemd.

Ik waag het erop. Ik kan proberen naar Sint-Petersburg te gaan. In het appartement van mijn zoon, die zijn vaderland heeft verlaten vanwege zijn onwil om gemobiliseerd te worden voor de oorlog tegen Oekraïne, zou ik de boeken kunnen opslaan.

Bij de grenspost tussen Litouwen en Belarus staat een lange rij. Het zijn mensen met een dubbele nationaliteit, smokkelaars van kaas en worst, vrachtwagenchauffeurs die Belarus wel binnen mogen, maar wegens de sancties niet Rusland inkomen.

Tot middernacht sta ik ook in die rij. Ik zie hoe sommige chauffeurs hun eigen verkeersafzetting maken tegen degenen die proberen voor te dringen. Meestal zijn dit ambtenaren of bandieten in coole auto’s. Mensen die langer dan een dag in de rij hebben gestaan, blokkeren dan gewoon de doorgang door abrupt de andere kant van de weg op te rijden. Zo blokkeert een oude Volkswagen een chique zwarte BMW. De chauffeur van BMW laat alle koplampen knipperen, remt scherp en bedreigt de Volkswagenman met obscene woorden en fysiek geweld. Dat is signaal voor andere chauffeurs in de rij om uit hun auto’s te stappen, met een moersleutel of een bandenlichter in hun handen. Gevolg? De degenen die met meer zijn, die winnen. De bestuurder van de coole auto’ wordt gedwongen terug te keren naar het begin van de rij. ‘Gerechtigheid’ wordt dit proces hier genoemd.

Hier in de rij ontmoet ik ook echte smokkelaars. Ze brengen Poolse kaas naar Moskou, die wegens de Russische antisancties niet in Rusland mag worden ingevoerd: ‘Er zijn “goede Russen” en er is “goede kaas”,’ legt de smokkelaar mij uit, ‘Weet je wat het verschil is? Voordat we Rusland binnengaan, stoppen we de kaas in Witrussische verpakkingen en plakken we er etiketten uit Belarus op. Die kaas wordt zo toegestaan in Rusland, in tegenstelling tot de “goede Russen” die gevaar lopen in Rusland’, lacht de smokkelaar om zijn eigen grap. Hij raadt me aan om vroeg in de ochtend naar een ander controlepunt te gaan. Daar staan minder auto’s en geen vrachtwagens. Ik volg zijn advies op.

Losja – Belarus

Inderdaad, om 6 uur ‘s ochtends staan er slechts drie auto’s bij de controlepunt Losja. Ik doorloop snel alle formaliteiten aan de Litouwse kant en rijd naar de Witrussische grens. Een grenswacht met een hond en een Kalasjnikov wacht me op. Voordat ik uit de auto kan stappen, kondigt hij al aan dat ik de regels voor het overschrijden van de staatsgrens heb overtreden.
‘Waarom?’, vraag ik.
‘Omdat je bent binnengereden terwijl het rode licht nog brandde’.
‘Maar u hebt zelf de slagboom omhooggehaald’.
‘Heb u rood licht gezien of bent u kleurenblind?’

Verder wordt het erger. De douanebeambten beginnen de herkomst van de boeken te controleren en wegen elke doos. Daarna krijg ik te horen dat ik achter het stuur moet kruipen. Dezelfde grenswachter – met machinegeweer, maar zonder hond – gaat naast me zitten. Ik moet mijn auto neerzetten tussen metalen rode pilaren ingemetseld in beton. Het hek wordt afgesloten met een speciaal vergrendelingsmechanisme. Rondom de wielen van mijn Picasso worden spijkermatten gelegd, zodat elke beweging tot een lekke band zal leiden. Ikzelf moet in de auto blijven zitten.

In een halve dag worden er drie administratieve protocollen tegen mij opgesteld. Een voor het proberen illegale goederen op het grondgebied van Belarus binnen te brengen. Een tweede voor het overtreden van de regels van de staatsgrens, ik reed door een rood licht. En de derde voor het overschrijden van het maximaal toegestane gewicht van de bagage in de auto. Ik krijg opnieuw twee opties aangeboden: een boete betalen in Witrussische roebels en terugkeren naar Litouwen, of de auto, samen met de boeken, in beslag laten nemen in afwachting van een gerechtelijke beslissing.

Ik ben bereid een boete te betalen. Maar dat blijkt moeilijk omdat ik geen Witrussische roebels heb en de douane geen euro’s accepteert. Er zijn geen geldautomaten of wisselkantoren aan de grens. De grenswachten weigeren me ook toe te laten tot de belastingvrije winkel, die er wel is, om daar geld te wisselen. Er is maar één optie over: proberen geld te wisselen bij mensen die ook de grens oversteken. Omdat het voor iedereen duidelijk is dat mijn auto en ik zijn gearresteerd, zijn de meeste mensen op hun hoede als ik honderd euro aanbied in ruil voor roebels. Sommigen zijn gewoon bang, ook als ik ze belachelijk goede wisselkoers voorstel. De grenswachten volgen met machinegeweren in de hand mijn mislukte pogingen om voorbijgangers over te halen tot illegale valutahandel.

Ik ben de wanhoop nabij. Totdat een blondine, die naar Litouwen reist in een chique zwarte Mercedes met een Witrussisch nummerbord en twee kleine kinderen, er onverwachts mee instemt me te helpen. Ik betaal vervolgens de boete en word onder begeleiding, samen met boeken, teruggeleid naar de Litouwse grens. Daar ontmoet ik de blondine in haar zwarte Mercedes weer. Ik geef haar een exemplaar.
‘Is dit jouw boek? Hebben ze je daarom niet binnengelaten?’
‘Ja. Over Sachalin en de Koerilen, maar alleen in het Engels.
Ze slaat het open en zegt: ‘Geweldig. Mijn moeder is geboren in Sachalin. Dus heel erg bedankt!’

De Litouwse grenswacht had ons gesprek gezien. Hij neemt mijn Russische paspoort, bekijkt de geannuleerde binnenkomsten in Rusland, glimlacht en zegt:
‘Als je terug naar huis in Rusland wilt, moet je kennelijk boeken verbranden.’
Eerlijk gezegd had ik er zelf ook al over nagedacht. Maar ik ben geen kunstenaar, ik ben een onderzoeker en, om de waarheid te zeggen, als ik in de neutrale zone mijn eigen boeken had verbrand, was ik er zeker niet van afgekomen met een boete in Witrussische roebels.

Klaipeda – Kiel

Als ik de Europese Unie weer binnen rij, weet ik opnieuw niet waar ik heen moet met de boeken. Het waanidee om ze te verbranden, lijkt me niet langer meer zo artistiek.

Uiteindelijk rij ik door naar de zeehaven van Klaipeda aan de Oostzee. Ik koop een ticket voor de veerboot naar Kiel in Duitsland. Zo beland ik in Amsterdam, waar ik de boeken bij een vriend aflever.

Een week later keer ik terug naar mijn vaderland. Zonder boeken. Ik bel de smokkelaars die ik aan de Witrussische grens heb ontmoet via Signal en vraag hen om de 160 boeken, die nog bij drukkerij KOPA in Kaunas liggen, naar Rusland te brengen. Ze zijn verrast. Tot nu toe hebben nog nooit boeken gesmokkeld. Maar voor 500 euro zijn ze bereid het te doen.

De volgende dag belt een van de smokkelaars. Hij stelt een ontmoeting voor op een speciaal plekje in Kaliningrad. Twee enorme kerels in Hugo Boss-trainingspakken en een Amerikaanse auto met Litouwse nummerborden bezorgen mij de boeken: veilig en wel in Rusland.

Hoe hebben ze dit voor elkaar gekregen? Ze weigeren het te vertellen. Maar ze nodigden wel uit om in de toekomst verder samen te werken.

Meer over ‘Calamity Islands. Sakhalin and the Kurils – Terra Incognita of a brutal Russian Empire’ op de speciale website CalamityIslands.com.
In Nederland kost het fotoboek € 34,50 (inclusief verzendkosten). 
Hier te bestellen.

RAAM OP RUSSLAND

  • Share: